
De grootste aanpassing die ik heb moeten doen was stoppen met werken. Hoewel ik het nog steeds mis, weet ik ook dat het nu écht niet gaat.
De overgang naar het gebruik van een bekkenband vond ik niet zo erg, ik draag hem nu twee jaar en ben eraan gewend. Maar de stap naar het gebruik van mijn wandelstok was wel even een dingetje. Ik noemde dat ding hardnekkig “die stomme stok”. Inmiddels ben ik ook daaraan gewend. Toen kwam de rolstoel en daarna de scoot. Elke keer weer even slikken omdat het me zo confronteert met het feit dat ik steeds een beetje achteruit ga. Inmiddels horen die echter ook tot het ensemble van hulpmiddelen waar ik op terugval als ik ze nodig heb. En dat is gelukkig niet dagelijks.
Naast de hulpmiddelen en het verlies van mijn baan heb ik sommige hobby’s moeten verruilen voor anderen. Fotograferen wil niet echt meer, hardlopen al helemaal niet. Gelukkig zijn er zat dingen die ik leuk vindt en wél kan.