
Sandra, de gedragswetenschapper die
bij Bureau Jeugdzorg de toetsingsgesprekken doet voor gesloten plaatsing, was vanmorgen bij Anne thuis geweest om met haar
te praten over plaatsing in gesloten jeugdzorg. Maar toen ze bij Anne aanbelde en haar moeder de voordeur opendeed, glipte Anne achter haar langs de galerij op en zette het op een lopen.
Anne is 14 jaar. Ze wordt ervan beschuldigd haar 5-jarig broertje
seksueel misbruikt te hebben. Toen Anne een jaar of 8 was hebben we veel met haar en haar drie (half)zusjes te stellen gehad.
De kinderen waren onder toezicht gesteld vanwege hoofdluis.
Dat klinkt gek, maar toch was dat de reden voor de OTS. Zes jaar geleden kregen we een melding van de leerplichtambtenaar: Anne en haar zusjes gingen niet meer naar school. De basisschool waar ze alle vier op zaten had hen de toegang geweigerd.
De reden: hardnekkige hoofdluis. We onderzochten de zaak. Het gezin bleek geen onbekende in hulpverleningsland. De verslavingszorg had de moeder in het verleden behandeld voor haar drugsverslaving. De gespecialiseerde gezinsverzorging kwam er wekelijks langs. De school en de jeugdverpleegkundige van de GGD hadden al heel wat gesprekken gevoerd met de moeder en
haar talloze middeltjes aangeraden om de hoofdluis te bestrijden.
Maar inmiddels waren de kinderen daarvoor niet alleen immuun
geworden, de chemicaliën in die lotions waren ook in hun bloed
terechtgekomen. Dit had bij alle kinderen eczeem veroorzaakt;
de jongste was er zelfs voor opgenomen geweest in het ziekenhuis. Klas- en buurtgenootjes meden de kinderen, bijna letterlijk,
als de pest. De meisjes durfden de straat niet meer op en speelden
alleen met elkaar. Op advies van de Raad voor de Kinderbescherming had de kinderrechter de kinderen onder toezicht gesteld. De kinderen, zo had de Raad geoordeeld, leerden niets, hun cognitieve ontwikkeling werd bedreigd. En hun sociale ontwikkeling
kwam in gevaar omdat ze geïsoleerd opgroeiden.